Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [55]Opdat zij des broods en des waters gebrek hebben, en [56]de een met den ander verbaasd worden, en [57]in hun ongerechtigheid uitteren. 55. Of, zodat zij des broods, enz. gebrek zullen hebben. 56. Hebreeuws, de man en zijn broeder. 57. Vergelijk Lev.26:39; hfdst.24 vs.23 en hfdst.33 vs.10.